Zo recht als een stok, haar kleren zijn excentriek,
papier en luchtig materiaal vormen cirkels die concentrische zijn.
Een dagis haar haar rood is en de volgend blauw, evenals de wol op haar as: een zachte roze bal als haar stemming goed is, zo zwart als de nacht, wanneer ze niet in orde is. De patronen die ze spint en weeft weerspiegelt haar manier van zijn.
We zien haar dansen met elegantie zelfs al hangt haar leven aan een draad. Jongleren met wol ballen, haar handen kruisen draden met zichtbare en onzichtbare handen, totdat de toeschouwer in een kleurrijke werveling omhult is. Ze spint dromen, geheimen en verborgen gedachten, allemaal zorgvuldig geweven. Hoewel ze genaaid en perfect opgesloten zijn, worden ze soms fluisterend onthuld en gedachten, dromen en geheimen driften door de lucht, totdat ze oren bereiken die zich ver weg bevinden